logo villamediaIn de vele reacties die ik op mijn roman ontvang, is Nick Kivits de eerste die meldt dat hij het verhaal ‘maar moeilijk te geloven’ vindt. In een recensie die hij onlangs publiceerde in het journalistenvakblad Villamedia, stelt hij een paar maal dat het boek ‘ongeloofwaardig’ is. Een stevige aantijging die om een repliek vraagt. Want, hoe exotisch of bizar personages en locaties ook kunnen zijn, zonder een fundament van geloofwaardigheid stort het huis van elke romanschrijver in elkaar.

Natuurlijk, een recensent heeft een geboorterecht op een eigen mening maar wanneer hij zijn opinie stoelt op onjuistheden doet hij een boek onrecht. En dat is precies waar Kivits zich aan bezondigt. Hij schrijft namelijk dat Een kwestie van zelfbehoud ‘draait om jochies van krap achttien jaar’. Wanneer hij het boek iets nauwkeuriger had gelezen, was het hem opgevallen dat het verhaal een tijdsverloop kent. Bij aanvang is de hoofdpersoon, student journalistiek Koen Donkersloot, inderdaad net achttien geworden maar vele pagina’s later, op het moment dat hij naar Libanon afreist om een affaire uit te pluizen, is uit allerlei gebeurtenissen duidelijk geworden dat de student halverwege het tweede leerjaar is aangeland en derhalve ruim negentien jaar oud moet zijn. En over Donkersloots kompaan, Sybrand Sax, wordt al op pagina één opgemerkt dat hij drie jaar ouder is dan Koen.

nick kivits logoKrap achttien? Nee dus. Knap slordig, zeker van Nick Kivits, een journalist die nog voor zijn dertigste een staat van dienst heeft waar een afzwaaiende vutter zich geenszins voor hoeft te schamen. Op zijn website tuimelen de omslagen van de bladen waar hij voor werkt(e) over elkaar heen, staan maar liefst zeven door hem geschreven boeken in het gelid, getuigt hij van zijn ervaring als copywriter, prijst hij zijn workshops en gastcolleges over journalistiek aan en meldt hij voor allerlei gerenommeerde media als webredacteur actief te zijn. Geen nono dus, zo worden wij verzocht te geloven, deze Kivits.

Hoewel hij een schoolvoorbeeld is van een, naar eigen zeggen, verlegen Brabantse jongen die op jonge leeftijd met raketsnelheid carrière maakt, wil het er bij Kivits niet in dat mijn romanfiguren Donkersloot en Sax er al in hun early twenties in slagen een paar scoops binnen te halen. ‘Een prima verhaal als het zou gaan over twee gevestigde rotten in het vak,’ noteert hij, ‘maar met pas een paar maanden journalistieke ervaring onder de riem is het maar moeilijk te geloven.’

Ik vind het maar moeilijk te geloven dat Kivits dit moeilijk te geloven vindt. Misschien heeft hij de roman temidden van al zijn besognes enkel diagonaal gelezen, anders zou hij de eerste zijn om te erkennen dat redactiechefs juist jonge honden afsturen op onderwerpen die spelen bij jongeren. Sterker, mijn personages halen hun primeurs binnen in milieus waar gevestigde rotten niet eens zouden worden toegelaten, omdat ze de taal niet spreken, de kledingcodes niet kennen of kalend, dik en arrivé zijn. Niet ondanks maar juist dankzij zijn jonge jaren beweegt Koen Donkersloot zich met relatief gemak door de werelden van zijn leeftijdgenoten: kraakpanden met punkers en skinheads, studentenhuizen met corpsballen en demonstranten, kazernes met dienstplichtige soldaten. En juist omdat zij nog student zijn, krijgen de twee toestemming van Defensie om het Dutchbatt-bataljon in Zuid-Libanon te bezoeken: het hoofd voorlichting legt in de roman uit geen vertrouwen meer te hebben in gelouterde journalisten ‘omdat zij enkel rottigheid opzoeken.’

Gelukkig noemt Kivits het boek ‘erg onderhoudend’ en ‘vlot geschreven’. Het is jammer dat hij suggestieve onjuistheden nodig heeft om zijn argumentatie te staven. Dat maakt zijn aantijging, eh exact, niet heel geloofwaardig.